Heeft een door de Coronacrisis gedupeerde ondernemer recht op vermindering van zijn contractuele verplichtingen?

Veel Nederlanders zijn grootgebracht met de normafspraak is afspraak”. Dus met het uitgangspunt dat wat er ook gebeurt, ieder zijn afspraken en contractuele verplichtingen moet nakomen. Maar hoe nu om te gaan met de bijzondere omstandigheden waarin bepaalde bedrijven zich ten gevolge van het Coronacrisis bevinden. Waarin ondernemers van de ene op de andere dag hun inkomsten hebben zien opdrogen. Moeten zij dan bijvoorbeeld hun huur blijven betalen? Of waarin bedrijven zoals de kinderopvang en horeca bijvoorbeeld, op last van de overheid hun deuren hebben gesloten. Wat geldt voor de verplichting om kinderopvang te leveren en de afspraak om bijvoorbeeld een personeelsfeest te organiseren? 

Overmacht  

Het woord overmacht komt in de normale spreektaal ook voor. Als er sprake is van overmacht, kan het feit dat ik mijn afspraak die niet kan nakomen, mij niet worden aangerekend. Maar wanneer is er sprake van overmacht? Menigeen vindt eerder dat hij door overmacht zijn eigen verplichtingen niet kan nakomen dan dat een ander door overmacht niet aan zijn verplichtingen behoeft te voldoen. 

Nakoming moet onmogelijk zijn

Op overmacht kan slechts een beroep worden gedaan indien nakoming (tijdelijk of blijvend) onmogelijk is geworden. Bijvoorbeeld: de overheid heeft de kinderopvang tijdelijk verboden in het kader van de Coronacrisis, behalve voor ouders in “vitale beroepen”. Daardoor is het voor de kinderopvang onmogelijk geworden de gesloten contracten na te komen als niet ten minste één ouder in een vitaal beroep werkt. Maar een leverancier die een partij mondkapjes voor een vaste prijs verkoopt zonder deze op voorraad te hebben en vervolgens door het coronavirus aanloopt tegen een enorme stijging van de inkoopprijs van die mondkapjes kan zijn verkoopcontract nog wel nakomen. De omstandigheden zijn alleen ingrijpend veranderd. De leverancier kan zich niet op overmacht beroepen. 

Komt de tekortkoming voor risico van één der partijen?

Als nakoming onmogelijk is geworden, is de volgende vraag: zou dit voor rekening van één van de partijen moeten komen? Als een evenementenbureau dat een bekende zanger vertegenwoordigt zich verbindt om die zanger op een bepaalde dag te laten optreden, maar de zanger kan of wil op die dag niet optreden, dan is geen sprake van overmacht. Dit behoort tot het risico van dit bureau, dat klaarblijkelijk zijn zaakjes niet op orde had. Maar als het optreden niet door kan gaan omdat de overheid alle bijeenkomsten van 30 of meer mensen verboden heeft, dan ligt dat anders.  

Wat is er in de overeenkomst vastgelegd?

Veel contracten bevatten bepalingen die op overmacht zien, vaak zijn die opgenomen in de algemene voorwaarden die van toepassing zijn. Die zijn dan genoemd “bijzondere omstandigheden”, “force majeure” of in het Engels “material adverse change”. Partijen mogen binnen de grenzen van het recht zelf hun contractbepalingen vastleggen, dus de uitleg van een dergelijke clausule wordt belangrijk als zich iets onverwachts als het Coronavirus voordoet.  

Indien er sprake is van overmacht kan de tekortkoming de schuldenaar niet worden toegerekend, zegt de wet. Dat betekent datanders dan wanneer er sprake is van wanprestatie de huurder in een overmacht situatie niet verplicht is om bijvoorbeeld een schadevergoeding aan de verhuurder te betalen. 

Opschorting 

Een partij heeft volgens ons Burgerlijk Wetboek het recht om de nakoming van zijn verplichting op te schorten, indien de wederpartij zijn verplichting niet nakomt. Als de verkoper het gekochte goed niet levert, is de koper (tenzij er specifieke afspraken over gemaakt zijn) niet verplicht de koopsom te betalen. Dit recht geldt ook bij overmacht. Als een restaurant op voorschrift van de overheid is gesloten is waardoor u uw personeelsfeest daar niet kan houden, dan kunt u geen schadevergoeding van het restaurant verlangen (vanwege de overmachtssituatie). Maar u hoeft ook niet te betalen.  

Beroep op onvoorziene omstandigheden 

Eén van de kernbeginselen van het Nederlandse recht is dat partijen zich redelijk en billijk moeten gedragen. Wat nu als ten gevolge van het Coronavirus de omstandigheden zodanig veranderd zijn, dat ongewijzigde voortzetting van een contract onredelijk of onbillijk zou zijn? Er is een bepaling in ons Burgerlijk Wetboek (art. 6:258) dat de rechter de mogelijkheid geeft om in een dergelijk geval de overeenkomst te wijzigen of te ontbinden. Het eerste vereiste is dat zich onvoorziene omstandigheden voordoen. Aangenomen lijkt te mogen worden dat bij contracten die voor februari 2020 zijn afgesloten Corona als een onvoorziene omstandigheid geldt. Of dit ook zo is met betrekking tot overeenkomsten die bijvoorbeeld eind februari, of in maart 2020 zijn afgesloten is echter de vraag.  

Het tweede criterium is dat ten gevolge van de gewijzigde omstandigheden het ongewijzigd laten voortbestaan van de overeenkomst in strijd met de redelijkheid en billijkheid moet worden geacht. Dit wordt niet makkelijk aangenomen en hangt van alle omstandigheden van het geval af.  

Het derde punt dat ik hier wil maken is alleen de rechter de overeenkomst kan aanpassen (indien partijen er niet uitkomen). Dat betekent procederen met advocaten. Dat schept geen goede basis voor een snelle oplossing in moeilijke omstandigheden: procederen gaat langzaam, zeker nu, en is duur.  

Betalingsonmacht 

Maar hoe moet dat nu met een ondernemer die ten gevolge van de Coronacrisis zijn omzet ziet wegvallen, bijvoorbeeld omdat hij feesten en partijen organiseert. Geldt betalingsonmacht als overmacht of als onvoorziene omstandigheid? In beginsel niet. Het feit dat iemand zijn schulden niet kan betalen, bevrijdt hem niet van de betalingsplicht. Dat zou wel erg makkelijk zijn voor schuldenaren.  

Wat te doen als u uw verplichtingen niet meer kunt nakomen door de crisis? 

De huidige Corona-crisis heeft gevolgen voor velen. Bijvoorbeeld voor horeca-ondernemers wier zaken op last van de overheid gesloten zijn. Maar wat te denken van de winkelier wiens bedrijf weliswaar open mag blijven, maar die het overgrote deel van zijn omzet ziet wegvallen.  

Niemand weet hoelang de huidige overheidsmaatregelen duren. Dat geeft veel onzekerheid. En veel steunmaatregelen van de overheid helpen maar bepaalde groepen, zeker niet iedereen die getroffen wordt.  

Heeft u last van inkomens- of omzetverlies en houdt u rekening mee dat u uw verplichtingen niet geheel kunt nakomen? Hier zijn enkele praktische tips:  
  • maak enkele scenario’s van uw bedrijfsresultaat  waarbij de huidige beperkingen bijvoorbeeld nog 1, 2 of 3 maanden voortduren;  
  • kijk welke financieringsmogelijkheden u heeft;  
  • maak een overzicht van uw grootste betalingsverplichtingen;  
  • bespreek vermindering van uw betalingsverplichtingen met uw grootste crediteuren (verhuurder, lease-maatschappij, hypotheekverstrekker);

Belangrijk is om uw situatie logisch, consistent en financieel onderbouwd bij uw wederpartij over het voetlicht te brengen. En een helder verzoek voor uw wederpartij te hebben, bijvoorbeeld: “ik stel voor dat u mij, gedurende de tijd dat deze “intelligente lockdown geldt, 50% van de huur kwijtscheldt 

Een redelijk gesprek, waarin u de balans weet te vinden tussen enerzijds “overleg” (dus geven en nemen) en anderzijds duidelijke grenzen aangeven, in goede harmonie gevoerd is altijd de beste weg. Voorkom juridische procedures, die zijn duur, nemen veel tijd in beslag en de uitkomst is vaak ongewis.  

Vragen en advies

Wij kunnen u helpen met de voorbereiding en de onderhandeling met uw wederpartijen. Bel ons voor meer informatie.  

Mr Gerben C. Hillebrand
Verberne & Hillebrand Adviseurs
E: [email protected]
T: 020-854 5055