Wijziging box 3 regime in 2022: zeer sterke stijging van box 3 belasting voor ‘overige beleggingen’

Op 6 september jl. heeft de staatssecretaris van Financiën in zijn brief aan de Tweede Kamer aanpassingen van box 3 beschreven. Deze zouden 1 januari 2022 in moeten gaan. Het box 3 tarief stijgt van 30% naar 33%. Spaargeld tot € 440.000 per persoon wordt niet langer belast. Voor fiscaal partners is dat € 880.000. Over spaargeld wordt een fictief rendement van 0,09% gerekend. Voor ‘overige beleggingen’ zoals effecten en vastgoed wordt dat rendement 5,33%. Voor schulden wordt een aftrek toegepast van 3,33%. Om de grote impact van ‘de aanpassingen’ te onderkennen, is het noodzakelijk om aan de hand van de nieuwe regels de box 3 belastingdruk 2022 te berekenen en te vergelijken met de belastingdruk in 2019. In zijn brief vermijdt de staatssecretaris echter alle berekeningen en een cijfermatige vergelijking. Waarom? Mag de enorme verhoging van de box 3 belastingdruk in 2022 die de helft van de box 3 belastingplichtigen treft niet te veel bekend worden? De belastingdruk bij spaarders verdwijnt (nagenoeg). Particulieren die overige beleggingen en weinig of geen box 3 schulden hebben, gaan aanzienlijk meer belasting betalen. De grootste stijging van belastingdruk doet zich voor bij belastingplichtigen met box 3 bezittingen en relatief hoge box 3 schulden. Tot die groep behoren vaak particulieren met verhuurd vastgoed. Voor hen is er nog wel een escape: investeren in buitenlands vastgoed, in privé, of via een fiscaal transparant fonds.

Over spaargeld is vanaf 2022 géén of nauwelijks box 3 belasting verschuldigd.

De spaarders betalen volgens het voorstel in 2022 weliswaar géén of nauwelijks box 3 belasting maar moeten zich wel het waardeverlies van hun geld door de inflatie laten welgevallen. Deze was 2,63% over de periode augustus 2018 – augustus 2019 en zal waarschijnlijk aanhouden. De ECB streeft (‘whatever it takes’?) naar een inflatie van 2% op jaarbasis. Door belastingverhogingen, zoals de verhoging van het 6% BTW- tarief naar 9%, draagt de regering zelf bij aan die inflatie.

Deposito spaargeld          500.000 0,09%                  450
af: heffingsvrij inkomen                 -400
Box 3 inkomen                     50
Box 3 belasting                     50 33%                     17

Uit  bovenstaande berekening blijkt dat een spaarder (zonder fiscale partner) met uitsluitend een € 500.000 deposito vanaf 2022 slechts € 17 box 3 belasting betaalt. Door het fictieve rendement van 0.09% en het heffingsvrij inkomen bedraagt het box 3 inkomen € 50. Vanuit de gedachte dat box 3 belasting in wezen een vermogensbelasting is, is niet goed te begrijpen waarom  bijvoorbeeld effecten (aandelen en obligaties) ter waarde van eveneens € 500.000 in 2022 leiden tot € 8.663 box 3 belasting. Dat is factor 525 hoger. Zie onderstaande berekening.

Effecten 500.000 5,33% 26.650
af: heffingsvrij inkomen -400
Box 3 inkomen 26.250
Box 3 belasting 26.250 33% 8.663

Box 3 belasting wordt in 2022 verschoven van spaarders naar belastingplichtigen met ‘overige beleggingen’ en bovendien sterk verhoogd

Thans betalen ongeveer 2,9 miljoen mensen box 3 belasting. Bij invoering van het nieuwe regime zou dat aantal dalen naar 1,55 miljoen. Volgens goed Nederlands gebruik moeten fiscale wijzigingen in principe minimaal budgetneutraal zijn. Hetgeen de 1,35 miljoen spaarders zich aan box 3 belasting besparen, moet derhalve worden opgebracht door de resterende 1,55 miljoen belastingplichtigen. Dit wordt bereikt door drie verhoging : (a) de grondslag, (b) het effectieve fictieve rendement en (c) het tarief.

Indien twee vermogen gelijk zijn, veroorzaakt het vermogen met veel box 3 schulden een aanzienlijk hogere belastingdruk in 2022

Anton waarde fictief rend box 3 ink.
Vakantiewoning 100.000 5,33% 5.330
af: heffingsvrij inkomen -400
4.930
box 3 ink. tarief box 3 IB
Box 3 belasting 4.930 33% 1.627
Bert waarde fictief rend box 3 ink.
Vakantiewoning 200.000 5,33% 10.660
Af: schulden -100.000 3,03% -3.030
Vermogen 100.000 7.630
af: heffingsvrij inkomen -400
7.230
box 3 ink. tarief box 3 IB
Box 3 belasting 7.230 33% 2.386
Verschil box 3 belasting  759 47%
 1.627

In bovenstaande berekening bestaat het belastbaar box 3 vermogen van Anton uit een vakantiewoning waard € 100.000 en dat van Bert uit een vakantiewoning waard € 200.000 en schulden van € 100.000 (wegens een mislukt zakelijk project). Anton en Bert hebben ieder derhalve een vermogen van €100.000. Vanuit de optiek dat box 3 belasting een vermogensbelasting is, zou dat tot dezelfde belastingdruk moeten leiden. Dat is echter niet het geval: het hebben van box 3 schulden wordt bij Bert fiscaal ‘bestraft’. De regering stelt dat slechts de fiscale bevoordeling van vreemd vermogen wordt verminderd.  Er doet zich geen fiscale bevoordeling voor. In box 3 is geen fiscale rente aftrek mogelijk. Anton is €1.627 belasting verschuldigd. Bert moet €2.386 box 3 belasting betalen en dat is €759 (47%) meer.

 Geen (positief) vermogen maar wel box 3 schulden toch box 3 belasting betalen in 2022

Ook belastingplichtigen die geen (positief) box 3 vermogen hebben – omdat de waarde van hun box 3 bezittingen net zo hoog is als hun box 3 schulden – kunnen box 3 belasting zijn verschuldigd.

Cor waarde fictief rend box 3 ink.
Effecten 100.000 5,33% 5.330
Af: schulden -100.000 3,03% -3.030
Vermogen 2.300
af: heffingsvrij inkomen -400
1.900
box 3 ink. tarief box 3 belasting
Box 3 belasting 1.900 33% 627

Uit bovenstaande berekening blijkt dat Cor geen vermogen heeft. Zijn saldo is nul, maar er ontstaat – vanwege de bestraffing van box 3 schulden – een box 3 inkomen van €1.900. Daarover is hij € 627 box 3 belasting verschuldigd.

Volgens de staatssecretaris zijn de schulden van Nederlandse huishoudens relatief hoog, wat zijns inziens risico’s met zich meebrengt voor de financiële stabiliteit en de economie als geheel. Blijkbaar wordt het wenselijk gevonden om belastingplichtigen door een fiscale bestraffing aan te sporen om hun schulden af te bouwen. Soms zal dat lukken. Een dga kan bijvoorbeeld zijn box 3 appartement dat hij bij zijn eigen BV heeft gefinancierd aan zijn eigen BV verkopen en zodoende de box 3 lening aflossen. Hierna komen alle inkomsten en waardestijgingen van het appartement via de BV weer geheel ‘in de fiscale klem’. De dga vermijdt box 3 belasting maar krijgt daar vennootschapsbelasting (over huur en verkoopwinst) en box 2 belasting (bij uitkering van dividend) voor in de plaats. Veel vaker zal dat afbouwen van box 3 schulden echter een probleem zijn. Financieringen zijn langlopende contracten en kunnen niet zomaar en zonder kosten worden ‘opengebroken’ gesteld al dat een vervroegde aflossing tot de mogelijkheden zou behoren. Het ligt daarom meer voor de hand dat deze groep belastingplichtigen structureel, dus elk jaar, meer box 3 belasting gaat betalen. Dit geldt bijvoorbeeld voor belastingplichtigen die met een lening van de bank verhuurd vastgoed hebben gekocht. Beleggers in een fiscaal transparant fonds zullen ook wel onder de nieuwe regeling gaan vallen. Zij dienen zowel de bezittingen als de schulden van het fonds pro rata te verdelen en als box 3 vermogensbestanddelen te verantwoorden.

Belastingplichtigen zonder box 3 schulden betalen in 2022 ongeveer 50% meer box 3 belasting dan in 2019

Vermogen Regelgeving 2019 Regelgeving 2022 Hogere box 3  belasting
box 3 Fictief ink IB box 3 Fictief ink IB box 3 absoluut perc.
250.000 9.325 2.798 13.325 4.265 1.407 50%
500.000 20.454 6.136 26.650 8.683 2.865 47%
750.000 31.582 9.475 39.975 13.060 4.310 45%
1.000.000 42.828 12.848 53.300 17.457 5.761 45%

Voor belastingplichtigen zonder box 3 schulden – spaargelden zijn buiten beschouwing gelaten – stijgt de belastingdruk in 2022 met ongeveer 50% in vergelijking met 2019. Zo is bij €250.000 vermogen in 2019 nog €2.798 box 3 belasting verschuldigd. In 2022 is dat € 4.265 box 3 belasting. Dat is een stijging van € 1.407 belasting ofwel van 50%.

 Belastingplichtigen wier vermogen in 2022 wel box 3 schulden omvat, – stel voor 50% – moeten 120% méér box 3 belasting betalen dan in 2019. Indien deze schulden meer dan 50% van het vermogen zijn, stijgt de belastingdruk met meer dan 120%.

Regime 2019 vermogen fictief ink. tarief box 3 belasting
1e schijf 85.459 0,13% 111
2e schijf 164.541 5,60% 9.214
250.000 9.325 30% 2.798
Regime 2022 vermogen fictief ink. tarief box 3 belasting
Bezit 500.000 5,33% 26.650
Schulden -250.000 3,03% -7.575
250.000 19.075
af: heffingsvrij inkomen -400
18.675 33% 6.163
Verschil in box 3 belasting
stijging box 3 belasting 3.365 120%
box 3 belasting in 2019 2.798

In bovenstaande berekening wordt bij een belastingplichtige met een vermogen van € 250.000 de belastingdruk in 2019 vergeleken met die in 2022. Het gaat nu om de groep die behalve box 3 bezittingen ook box 3 schulden heeft en fiscaal worden bestraft. Indien in 2022 zijn box 3 vermogen €250.000 is en bestaat uit bijvoorbeeld €500.000 aandelen of vastgoed en voor €250.000 uit schulden, dient in 2022 120% meer box 3 belasting te worden betaald dan in 2019. In 2019 is ‘slechts’ €2.798 box 3 belasting verschuldigd. Een deel van het vermogen wordt in 2019 nog tegen een fictief rendement van 0,13% belast. Ook komt in 2019 een schuld nog geheel in aftrek. In 2022 wordt dat anders. Onder de nieuwe regels is € 6.163 box 3 belasting verschuldigd. Dat is € 3.365 (120%) meer. Dat is een (extreem) groot verschil.

Voor dga’s blijft het daar echter niet bij. Het wetsvoorstel excessief lenen bij eigen vennootschap dat óók 1 januari 2022 moet ingaan, creëert een fictieve dividenduitkering indien de schuld van de dga aan zijn vennootschap hoger is dan € 500.000 en die schuld niet kwalificeert als eigenwoninglening.

Is een fictief rendement van 5,33% te billijken?

Eén van de redenen waarom de belastingdruk zo sterk oploopt in 2022, is zoals gezegd dat het box 3 inkomen voor overige beleggingen wordt berekend op basis van een fictief rendement van 5,33%. Dit is erg hoog en hoort bij een offensief beleggingsprofiel. Ligt het niet meer voor de hand om voor box 3 aan te sluiten bij een defensief beleggingsprofiel? Een veilige belegging is bijvoorbeeld de groene staatsobligatie van de Nederlandse Staat van 21 mei jl. Deze levert jaarlijks 0,50% rente op. Ook voor obligaties gaat echter een fictief rendement van 5,33% gelden. Deze obligatie is in de woorden van de staatssecretaris een laagrenderende belegging waarvan het forfaitaire rendement ‘’relatief hoog’’ is ten opzichte van het werkelijk rendement. Relatief is hier 10,66 x hoger (het koersresultaat is niet meegeteld). Hij schrijft in dit verband verder dat het voor belastingplichtigen aantrekkelijker kan zijn om obligaties te verruilen voor spaargeld nu deze categorie beter aansluit bij het werkelijk rendement. Het is natuurlijk prettig als de staatssecretaris meedenkt met het maken van verstandige fiscale keuzes. U moet echter ook weten dat u uw obligaties niet ‘op het verkeerde moment’ verkoopt. Anders loopt u tegen de zogenaamde anti-arbitragemaatregelen aan en betaalt u als straf tweemaal belasting: één keer over de waarde van de verkochte obligaties en ook nog één keer over het spaargeld (ontstaan uit verkoop van de obligaties).

Verhoogde box 3 belasting kan leiden tot aantasting van oudedagsinkomsten

Veel dga’s en ondernemers hebben geen of een toereikende pensioenvoorziening en zijn voor hun levensonderhoud, vanaf hun pensioenleeftijd, geheel of ten dele aangewezen op de huurinkomsten die zij ontvangen uit eigen onroerend goed of uit een vastgoedfonds waarin zij hebben geïnvesteerd. Een extreme stijging van de box 3 belasting kan die bron van inkomen aantasten.

Daan waarde fictief rend box 3 ink.
Appartement 500.000 5,33% 26.650
Af: schuld -300.000 3,03% -9.090
Vermogen 200.000 17.560
af: heffingsvrij inkomen -400
17.160
 box 3 ink.  tarief  box 3 IB
Box 3 belasting 17.160 33% 5.663
Exploitatie
Huur 500.000 4% 20.000
Onderhoud -2.500
Exploitatiekosten -1.000
16.500
Rente -300.000 3% -9.000
Aflossing schuld  pm
Jaarlijkse uitkering 7.500
Box 3 belasting -5.663
Netto 1.837
Belastingdruk
Box 3 belasting 5.663 76%
Jaarlijkse uitkering 7.500

Hierboven is een niet ongebruikelijke verhuurexploitatie opgenomen. Op het appartement rust nog een schuld. Vanaf 2022 kan meer dan 75% van de netto huur worden gesoupeerd door box 3 belasting. De belastingdruk is dan zelfs hoger dan in box 1. Er blijft in het voorbeeld voor de gepensioneerde Daan niet veel inkomen over. Mogelijk staat daar nog wel een waardestijging van het onroerend goed tegenover. Dat kan misschien zo zijn maar dat levert geen inkomen dat voor de dagelijkse uitgaven kan worden besteed. De ‘aanpassingen’ van box 3 waar de staatssecretaris over spreekt zijn in werkelijkheid drastische ingrepen die in de praktijk tot belastingverhogingen kunnen leiden die ouderen (zonder adequaat pensioen) zwaar in hun inkomen kunnen treffen.

Beleggen in buitenlands vastgoed via fiscaal transparant fonds kan box 3 belasting besparen

 Zowel de aanschafkosten als de bouwkosten van onroerend goed zijn de afgelopen jaren sterk gestegen. Hierdoor zijn de rendementen onder druk komen te staan. Daar komt vanaf 2022 de zeer sterke stijging van de box 3 belasting op vastgoedbeleggingen nog eens bij. Nu het goede nieuws van deze blog: deze box 3 belasting is te vermijden. Beleggers die investeren in in het buitenland gelegen vastgoed, – stel Duitsland – hetzij op eigen naam hetzij via een fiscaal transparant fonds, kunnen onder voorwaarden een beroep doen op het belastingverdrag met het bronland, hier Duitsland. Nederland dient dan een vrijstelling te verlenen waardoor de toerekenbare box 3 belasting vervalt. Wel is in het bronland, hier Duitsland, belasting verschuldigd. Het probleem is dat Nederland de fiscale transparantie van zo een buitenlands fonds veelal niet erkent (hoewel dat fonds in eigen land wel fiscaal transparant is). Nederland stelt namelijk de internationaal ongebruikelijke eis dat een fonds alleen transparant is indien kortweg alle deelnemers toestemming moeten verlenen voor vervanging en toetreding van nieuwe beleggers tot het fonds. Een enkel buitenlands fonds voldoet echter toch aan die voorwaarde en is daardoor fiscaal interessant.

Wilt u reageren naar aanleiding van dit blog?

Mr Paul Verberne
Fiscaal jurist
Tel. 020-620 4021
E: [email protected]